Dit gebied  strekt zich uit van de oostkant van de Zuid-Willemsvaart tot aan de De Luysen. Het is een vrije smalle zone langs beide oevers van de A-Beek die daar van west naar oost stroomt. De Laak, Koelerheike, De Luysmolen zijn aspectbepalende aandachttrekkers van dit subgebied.

De A-Beekvallei kenmerkt zich door natte broekbossen van vnl. els, wilg, populier… Door de langdurige vernatting van het gebied zijn vrije recent de rietvegetaties en andere moerasplanten fors toegenomen. De meeste percelen zijn klein tot zeer klein en bijna altijd afgeschermd door waardevolle, soortenrijke houtkanten. De natte hooilandjes (waarin talrijke poelen) herbergen een schat aan zeldzame planten, insecten, amfibieën, enz. Maar ook veel vogelsoorten o.a. Geelgors, Roodborsttapuit, Nachtegaal, Rans- Bos- en Steenuil, Sperwer, Wespendief, Grote Gele Kwikstaart… vinden er een geschikt leefgebied.  
  De Luysmolen is een schilderachtige stopplaats voor wandelaars en fietsers. Hier kan je van dichtbij kennis maken met een zgn vistrap. Dit is een kunstmatige nevengeul van de A-Beek rond de watermolen waardoor de vissen dankzij kleine watervalletjes toch kunnen migreren. En laat dit nu precies het uitverkoren leefgebied zijn van de Grote Gele Kwikstaart !!